🇳🇱 Nederlandse Onregelmatige Werkwoorden
Alle werkwoorden
Alle werkwoorden
hebben
zijn
★
Favorieten
Studeren
Spelen
★
bakken
Verleden tijd
bakte/bakten
Voltooid deelwoord
gebakken
klik
печь
bakken
terug
★
beginnen
Verleden tijd
begon/begonnen
Voltooid deelwoord
is begonnen
klik
начинаться
beginnen
terug
★
begrijpen
Verleden tijd
begreep/begrepen
Voltooid deelwoord
begrepen
klik
понимать
begrijpen
terug
★
blijven
Verleden tijd
bleef/bleven
Voltooid deelwoord
is gebleven
klik
оставаться
blijven
terug
★
brengen
Verleden tijd
bracht/brachten
Voltooid deelwoord
gebracht
klik
приносить
brengen
terug
★
denken
Verleden tijd
dacht/dachten
Voltooid deelwoord
gedacht
klik
думать
denken
terug
★
doen
Verleden tijd
deed/deden
Voltooid deelwoord
gedaan
klik
делать
doen
terug
★
dragen
Verleden tijd
droeg/droegen
Voltooid deelwoord
gedragen
klik
носить
dragen
terug
★
drinken
Verleden tijd
dronk/dronken
Voltooid deelwoord
gedronken
klik
пить
drinken
terug
★
eten
Verleden tijd
at/aten
Voltooid deelwoord
gegeten
klik
есть
eten
terug
★
gaan
Verleden tijd
ging/gingen
Voltooid deelwoord
is gegaan
klik
идти
gaan
terug
★
geven
Verleden tijd
gaf/gaven
Voltooid deelwoord
gegeven
klik
давать
geven
terug
★
hangen
Verleden tijd
hing/hingen
Voltooid deelwoord
gehangen
klik
висеть
hangen
terug
★
hebben
Verleden tijd
had/hadden
Voltooid deelwoord
gehad
klik
иметь
hebben
terug
★
helpen
Verleden tijd
hielp/hielpen
Voltooid deelwoord
geholpen
klik
помогать
helpen
terug
★
heten
Verleden tijd
heette/heetten
Voltooid deelwoord
geheten
klik
называться, зваться
heten
terug
★
hoeven
Verleden tijd
hoefde/hoefden
Voltooid deelwoord
gehoeven
klik
не быть должным
hoeven
terug
★
houden
Verleden tijd
hield/hielden
Voltooid deelwoord
gehouden
klik
держать; любить
houden
terug
★
kijken
Verleden tijd
keek/keken
Voltooid deelwoord
gekeken
klik
смотреть
kijken
terug
★
kiezen
Verleden tijd
koos/kozen
Voltooid deelwoord
gekozen
klik
выбирать
kiezen
terug
★
komen
Verleden tijd
kwam/kwamen
Voltooid deelwoord
is gekomen
klik
приходить, приезжать
komen
terug
★
kopen
Verleden tijd
kocht/kochten
Voltooid deelwoord
gekocht
klik
покупать
kopen
terug
★
krijgen
Verleden tijd
kreeg/kregen
Voltooid deelwoord
gekregen
klik
получать
krijgen
terug
★
kunnen
Verleden tijd
kon/konden
Voltooid deelwoord
gekund
klik
мочь, уметь
kunnen
terug
★
lachen
Verleden tijd
lachte/lachten
Voltooid deelwoord
gelachen
klik
смеяться
lachen
terug
★
laten
Verleden tijd
liet/lieten
Voltooid deelwoord
gelaten
klik
позволять; оставлять
laten
terug
★
lezen
Verleden tijd
las/lazen
Voltooid deelwoord
gelezen
klik
читать
lezen
terug
★
liggen
Verleden tijd
lag/lagen
Voltooid deelwoord
gelegen
klik
лежать
liggen
terug
★
lopen
Verleden tijd
liep/liepen
Voltooid deelwoord
(is) gelopen
klik
ходить
lopen
terug
★
mogen
Verleden tijd
mocht/mochten
Voltooid deelwoord
gemogen
klik
мочь
mogen
terug
★
moeten
Verleden tijd
moest/moesten
Voltooid deelwoord
gemoeten
klik
должен
moeten
terug
★
nemen
Verleden tijd
nam/namen
Voltooid deelwoord
genomen
klik
брать
nemen
terug
★
raden
Verleden tijd
ried,raadde/
Voltooid deelwoord
geraden
klik
советовать
raden
terug
★
rijden
Verleden tijd
reed/reden
Voltooid deelwoord
(is) gereden
klik
ехать (за рулем/верхом)
rijden
terug
★
roepen
Verleden tijd
riep/riepen
Voltooid deelwoord
geroepen
klik
звать, кричать
roepen
terug
★
schijnen
Verleden tijd
scheen/schenen
Voltooid deelwoord
geschenen
klik
светить, казаться
schijnen
terug
★
schrijven
Verleden tijd
schreef/schreven
Voltooid deelwoord
geschreven
klik
писать
schrijven
terug
★
slapen
Verleden tijd
sliep/sliepen
Voltooid deelwoord
geslapen
klik
спать
slapen
terug
★
sluiten
Verleden tijd
sloot/sloten
Voltooid deelwoord
gesloten
klik
закрывать
sluiten
terug
★
snijden
Verleden tijd
sneed/sneden
Voltooid deelwoord
gesneden
klik
резать
snijden
terug
★
spreken
Verleden tijd
sprak/spraken
Voltooid deelwoord
gesproken
klik
разговаривать
spreken
terug
★
staan
Verleden tijd
stond/stonden
Voltooid deelwoord
gestaan
klik
стоять
staan
terug
★
stelen
Verleden tijd
stal/stalen
Voltooid deelwoord
gestolen
klik
воровать
stelen
terug
★
vallen
Verleden tijd
viel/vielen
Voltooid deelwoord
is gevallen
klik
падать
vallen
terug
★
vergeten
Verleden tijd
vergat/vergaten
Voltooid deelwoord
(is) vergeten
klik
забывать
vergeten
terug
★
verliezen
Verleden tijd
verloor/verloren
Voltooid deelwoord
verloren
klik
терять
verliezen
terug
★
vinden
Verleden tijd
vond/vonden
Voltooid deelwoord
gevonden
klik
находить
vinden
terug
★
vliegen
Verleden tijd
vloog/vlogen
Voltooid deelwoord
(is) gevlogen
klik
лететь
vliegen
terug
★
vragen
Verleden tijd
vroeg/vroegen
Voltooid deelwoord
gevraagd
klik
спрашивать
vragen
terug
★
vriezen
Verleden tijd
vroor/vroren
Voltooid deelwoord
gevroren
klik
замораживать, замерзнуть
vriezen
terug
★
waaien
Verleden tijd
waaide, woei/waaiden, woeien
Voltooid deelwoord
gewaaid
klik
дуть, веять (о ветре)
waaien
terug
★
wassen
Verleden tijd
waste/wasten
Voltooid deelwoord
gewassen
klik
мыть, стирать
wassen
terug
★
weten
Verleden tijd
wist/wisten
Voltooid deelwoord
geweten
klik
знать
weten
terug
★
willen
Verleden tijd
wilde/wilden
Voltooid deelwoord
gewild
klik
хотеть
willen
terug
★
worden
Verleden tijd
werd/werden
Voltooid deelwoord
is geworden
klik
становиться
worden
terug
★
zeggen
Verleden tijd
zei/zeiden
Voltooid deelwoord
gezegd
klik
сказать
zeggen
terug
★
zenden
Verleden tijd
zond/zonden
Voltooid deelwoord
gezonden
klik
отправлять (посылку)
zenden
terug
★
zien
Verleden tijd
zag/zagen
Voltooid deelwoord
gezien
klik
видеть
zien
terug
★
zijn
Verleden tijd
was/waren
Voltooid deelwoord
is geweest
klik
быть
zijn
terug
★
zitten
Verleden tijd
zat/zaten
Voltooid deelwoord
gezeten
klik
сидеть
zitten
terug
★
zoeken
Verleden tijd
zocht/zochten
Voltooid deelwoord
gezocht
klik
искать
zoeken
terug
★
zullen
Verleden tijd
zou/zouden
Voltooid deelwoord
-
klik
-
zullen
terug